zondag 21 december 2014

Eerste slechte ervaring 21.12

Tweede kampplaats


We worden wakker met de zon die opkomt met enkel een paar flamingo’s en zeemeeuwen en lelijke gieren als gezelschap. Een plons in de zee ipv een douche en Karsten zorgt voor ontbijt: porridge met vers fruit.


















































Onze Duitse fietsgezel is super georganiseerd en terwijl hij zich klaar maakt, gaan wij in het dorp een koffie drinken. 
Uiteindelijk zitten we pas om 11u op de fiets richting Sur. 








Nog steeds perfect geasfalteerde autobaan, weinig verkeer, maar niet vlak…

















We verlaten de weg om een Wadi te bezoeken, een van de vele canyons hier. 







Zeer mooi en hij wordt alsmaar smaller, maar ook steiler tot 20 – 25%. Niet fietsbaar dus en duwen gaat voor een kort stuk, maar niet tot boven. Er passeren minstens 20 auto’s die boven een foto gaan nemen en dan terugkeren. Wij zijn blij dat we ons oorspronkelijk plan om een auto te huren in Oman hebben laten varen. Het is onderweg ook mooi en we beslissen om ons niet af te beulen tot aan de top. Michel fietst vooraan en daar pluk ik de vruchten van, want in de vallei is er een mosvlek zo glad als ijs en hij gaat met fiets en al onderuit… heel gracieus, net een vertraagde film.









Na 70 km bereiken we Sur, een grotere stad, waar we in een hotel slapen aan de rand van de stad dat boven ons budget ligt, maar na twee nachten 0 euro te hebben uitgegeven aan accommodatie beslissen we het te nemen. Bovendien heeft een Canadese lerares die Karsten onderweg is tegengekomen er voor gezorgd dat we 25% korting krijgen. Weer een kamer met zicht op zee! Ik ga wat liggen weken in een bad vol schuim, moet even bekomen van mijn eerste slechte ervaring in dit land. Vlak voor we de stad binnen reden krijg ik een tennisbal tegen mijn hoofd en dat was niet per ongeluk. Ik stop en doe de kinderen (niet meer zo jong) teken dat dit niet ok is. Als ik weer vertrek, word ik bekogeld met stenen, geen keitjes, maar gevaarlijke stenen. Gelukkig niet tegen mijn hoofd, enkel in mijn zij en tegen de fiets. Ik ben gestopt, ben recht op de kinderen afgestapt die in alle richtingen wegstuiven. Een grotere auto (zoals iedereen er hier een heeft) komt in mijn richting en de chauffeur, een oudere man, vraagt me wat er aan de hand is. Met “I will take care of it” en een verontschuldiging ben ik op mijn stappen teruggekeerd. Een beetje verder staat er een politiecombie en ik heb hen mijn verhaal gedaan. Ook zij hebben zich verontschuldigd. Het is het eerste incident en ik ben er met kleerscheuren van af gekomen, maar het had anders kunnen aflopen. Ik was er even niet goed van, maar na een warm bad ben ik alles vergeten.
We eten in het hotel, want culinair is Oman niet de moeite. Lekker eten, maar altijd hetzelfde. Voor één keer mag het ook eens iets anders zijn: gegrilde calamares met frietjes, zonder mayonaise ;-(
   

Gevaarlijke slang...



Zonsondergang op eerste kampplaats


Klokje rond geslapen en om 8u gewekt door de zon. Ben paar keer wakker geworden door de pijn in mijn schouder, maar overdag heb ik er bijna geen last van. Ik fiets met mijn rechterarm en laat de linker vooraan rusten zonder te steunen. Voor ontbijt is er enkel een appel en een potje yoghurt, we vinden wel wat onderweg. Rond 9u verlaten we ons kamp en rijden we verder naar het Zuiden.











Om 11u drinken we koffie en ik bestel enkele falafels met tahini als hapje en dat is maar goed ook, want we vinden nergens meer wat te eten. In de benzinestations onderweg kunnen we wel water kopen, maar buiten snoep verkopen zij geen eetwaren. We proberen nog eens in een ander station en ontmoeten daar de enige fietser tot nu toe, een duitser uit Dresden. De man is zo blij iemand te zien dat hij ons niet meer loslaat. Hij kent een hele leuke plek aan zee om te kamperen, maar wij vinden dat te ver rijden voor onze derde dag. Onze lichamen moeten nog aanpassen aan de warmte, aan het klimmen (al is het niet steil, het gaat voortdurend op en af) en wij willen onze grens bewaken. Na 80km houden we het voor bekeken en verlaten we de autobaan om een in een kleiner dorp te gaan eten. Ondertussen is het 16u en hebben we reuzehonger. Karsten vraagt of hij enkele dagen bij ons mag blijven, dus gaan we met drie op zoek naar een restaurant en wat blijkt? Dit dorp heeft geen restaurant.  Als ik naar een winkeltje vraag, doet een chauffeur me teken hem te volgen. Ik dus in sneltempo achter de wagen aan het ganse dorp door om de enige winkel gesloten te vinden. Dat blijkt echter geen probleem te zijn. De chauffeur vraagt ons om twee min. te wachten, hij gaat de eigenaar halen. Dan komt er idd oudere man met een lange witte baard die heel fier is dat wij bij hem komen kopen, maar meer dan twee flessen water vind ik er niet. Dan maar op zoek naar een pickup om ons naar de volgende stad te brengen, waar wel een restaurant is (coffeeshop) en waar we op het strand kunnen kamperen. Karsten begint de onderhandeling en vangt bot, maar als ik in het Arabisch ‘geen probleem’ zeg, verandert de houding van de jonge man en hij belooft ons te brengen. 






In het buitenrijden van het dorp stoppen we voor thee bij de winkelier. Hij had er bij Hamad (chauffeur) op aangedrongen en gezien het leeftijdsverschil kon die niet weigeren. De oude man prijst zich gelukkig als hij hoort dat Michel slechts één vrouw heeft en hij vier… Tja, er moeten verschillen zijn hé. We zitten op de grond bij hem thuis, maar ik kan geen foto nemen, dat zou niet geappreciëerd worden.

Aangekomen in het stadje gaan de twee mannen op zoek naar een plek voor de tent op het witte strand, terwijl ik bij de bagage en de fiets wacht aan de coffeeshop. 



We eten eenvoudig maar goed. Nog één km naar het strand om de tent op te zetten. Als we de fietsen het strand op duwen roept Michel ineens om te komen met het fototoestel, want er zit een grote slang… Terwijl Karsten en ik dichterbij komen met onze koplampen wordt de slang alsmaar groter tot blijkt dat het de schaduw is van een riempje van Michels zak. 






Met het geluid van de brekende golven van de zee vallen we tevreden maar moe in slaap. Om 21u. gaat het licht uit.



Eerste kampplaats


Muscat by night


Vandaag op tijd op om de warmte voor te zijn. Michel draagt onder zijn helm nu ook een soort haarlint dat we gekocht hebben in Indonesië, want gisteren heeft hij een lichte zonneslag opgelopen. Dat komt er van als je je weelderige haardos afscheert. ;-)


We fietsen de stad uit tussen het drukke verkeer en vanaf dan gaat het vlotjes. Brede, goed onderhouden wegen die zich een weg banen in de woestijn. Er is geen fietspad en de auto’s scheren voorbij tegen een hoge snelheid, maar omdat er niet veel verkeer is, passeren ze ons op het tweede rijvak. We fietsen de ganse dag tussen de bergen door, wondermooi. Het is vandaag iets moeilijker om een “coffeeshop" open te vinden, want in een moslimland sluit alles ’s vrijdags rond het middaguur. Het lukt ons toch en na de lunch rijden we verder naar het Zuiden.



Het is erg warm en rond 13.30u rusten we wat uit in de schaduw van een brug en val ik in slaap.



Rond 16.00u houdt de tocht voor vandaag op. Geen hotel in de buurt, maar we hebben onderweg een plat brood, een potje yoghurt een fles water en twee appels kunnen vinden en dat volstaat voor vandaag. We verlaten de weg om onze tent op te stellen op een idyllische plek in de woestijn nog net voor de zon ons verlaat. Michel is in zijn nopjes, hier is het hem om te doen. 

Hier sé




Weg van de grote baan, als enige levende wezens genieten we van ons avondmaal en kruipen we de tent in wat ons allebei een thuisgevoel geeft. En dan… nog een feuilleton zien op de PC.


donderdag 18 december 2014

Muscat 18.12.2014

Verkenning van Muscat en van de spieren

We nemen een Indisch ontbijt vlak bij het hotel. Ook in deze buurt wanen we ons in India, maar wij klagen niet, want de mensen zijn even vriendelijk en we eten heerlijk voor geen geld. We lopen even langs de lokale markt op zoek naar een licht deken, want onze slaapzakjes zijn te licht om in de bergen te kamperen. Ik koop ook een tube zonnecrème en dan zijn we gesteld. Ik had dat ook van thuis kunnen meebrengen, maar buiten de fiets moest ik de bagage beperken tot 10kg en dan telt elke gram. Gelukkig is in Oman alles te koop.
We maken er een rustige dag van, stoppen aan de souks waar ik alleen door wandel terwijl Michel fietssit.  Alles hier doet me denken aan Jordanië, maar dan properder en meer ontwikkeld, zowel de mensen als de infrastructuur. Je ziet aan het straatbeeld dat er hier meer geld circuleert.





Paleis van de Sultan die hier op handen gedragen wordt


We lunchen onderweg in een lokaal restaurantje: een squid- en een lamsschotel, allebei met rijst voor 6 euro samen. Het eten is hier net duur.







Tegen drie uur beseffen we dat we de hellingen vandaag niet zullen kunnen trotseren om tot aan het strand te geraken waar we wilden kamperen. 





Ofwel moeten we vervoerd worden, ofwel terugdraaien. Ik informeer in een coffeeshop naar een mogelijke taxi zonder succes. Als we aanstalten maken om te vertrekken, komen er vier mannen in witte gewaden op ons af. Het is duidelijk dat zij ons willen helpen. De enige man die een beetje Engels kent blijkt ook een toerist. Als ik hem vraag van waar hij afkomstig is, zegt hij ‘Jordanië.’ Dat kon niet beter vallen, kan ik laten horen dat ik zijn land een beetje ken en wat blijkt? Hij kent Mohamads familie, hij woont ook in Wadi Musa. Wat is de wereld toch klein…






Uiteindelijk draaien we terug en nemen we een kamer in een betaalbaar hotel (rara… Indisch natuurlijk!) met zicht op de baai. Michel valt als een blok in slaap terwijl ik van een warme douche geniet. Het was een mooie, warme, hartelijke dag. Perfect om onze tocht op deze manier in te zetten.

woensdag 17 december 2014

Het vertrek

Brussel, Dubai, Oman

Maandagmorgen 10u beginnen we te pakken voor het vertrek de volgende dag. Michel haalt de fietsen op, ik breng de laatste voorschriften naar de apotheek en dan gaat de telefoon. “We hebben een probleem, de bagagedragers liggen nog in Salet.” Dat wordt even gillen om dan wijs te besluiten om alleen in te pakken en Michel over en weer te laten rijden naar de andere kant van het land.
Dinsdagmorgen zijn we vroeg op en dat is maar goed ook, want Jens meldt ons dat er stiptheidsacties bezig zijn in Zaventem. Ter hoogte van Rumst al een monsterfile tot Machelen (om 9.30u…) dat belooft. De twee mannen raadplegen alle beschikbare data en we beslissen lang binnenwegen te rijden. Goeie keuze, ruim op tijd om in te checken. Deze keer hebben we alles gewogen en we vertrekken met precies 60kg. Vier kg  te veel in de bagage, maar 4 over in de handbagage en de lieve dame accepteert het. De fietsdozen worden goedgekeurd en vanaf dan gaat alles vanzelf: perfecte vlucht, vlotte organisatie van taxi’s waar de fietsen in kunnen in Dubai en een betaalbaar hotelletje in de Indische wijk.



Woensdagmorgen. Aan de ontbijttafel wordt het duidelijk dat we niet in de chique buurt zitten. Bijna uitsluitend Indiërs en zwarte mensen. Wij voelen ons hier perfect, maar zijn de enige blanken, ook in het straatbeeld. Reeds in Zaventem heeft Michel ontdekt dat we de sleutels thuis vergeten zijn om de fietsen rijklaar te maken, dus gaan we hier op zoek naar een alternatief in de Carrefour om de hoek. We zullen ook drinkbussen moeten kopen, want die hebben we vorig jaar achtergelaten. Michel knutselt alles weer in elkaar in de lobby.





De mensen zijn hier zeer vriendelijk. We mogen de fietsdozen laten staan in het hotel tot we terug zijn van Oman, hoewel we hier niet zullen kunnen overnachten. Ze zijn volzet in de kerstperiode. Voor we de baan op gaan gaat Michel nog een tang kopen die hij onderweg nodig zou kunnen hebben en terwijl ik op hem wacht word ik aangesproken door een jonge pakistaan die niet begrijpt dat we met de fiets door Oman gaan trekken. Hij is bang dat we slangen en “zwarte beesten” uit de bergen zullen tegenkomen. Als Michel terug is, brengt de jonge man ons elk een flesje water, gratis. Het is ondertussen 13.30u en we eten iets in het “resto” waar de jongen werk. We geraken aan de praat en hij is blij verrast als hij verneemt dat wij niet hetzelfde geloof delen en toch samen kunnen leven. Hij schrijft op een afgescheurd stukje papier dat hij als moslim voor vrede is en niets te maken heeft met IS en vraagt ons om deze boodschap de wereld rond te sturen.




Helm op en daar gaan we dan. Zodra we op de fiets zitten met alle bagage er aan slaken we allebei een vreugdekreet. Hier is het hem om te doen. Oman, here we come! De bushalte vinden blijkt niet zo eenvoudig in deze stad en als we de bus bereiken staat de motor al te draaien. Fietsen onderin, bagage er bij en geen vijf minuten later zijn we op weg.





Onderweg passeren we 5 controles. Ik heb voor de busrit een lichte lange broek aan gedaan,  Michel draagt een fietsshort en bij de tweede controle vallen ze daar bijna over. Ook een man hoort geen blote benen te hebben! Aan de grens van Dubai moet alles en iedereen uit de bus, mensen aan de kant en zakken in het midden op straat voor de drugshond. Geen Mechelse scheper, maar een lieve oude cocker… Zo grappig dat ik er een foto van wil nemen, maar dat ziet de douanier niet zitten.
Aan de grens van Oman zijn ze heel vriendelijk. Het visum is gratis voor drie weken, dat is aardig meegenomen. Michel koopt nog een sim-kaart en dan rijden we eindelijk Oman binnen. Na een 15tal kms merkt Michel dat hij zijn paspoort niet meer heeft. HELP, die is blijven liggen in het winkeltje van de telefoonkaart. Als hij het meldt aan de chauffeur, beslist die onmiddellijk om terug te keren. Ik weet niet of ze dat bij ons ook zouden doen. Om 21u bereiken we Muscat en we boeken een kamer in een betaalbaar hotelletje aan de bushalte. We trekken geld, eten een shoarma en kruipen onder de wol, want morgen is er enkel nog de fiets. Geen bus, geen taxi, alleen onze benen om te trappen.