Gisteravond voelde Michel zich niet goed en zijn ogen zagen
er koortsachtig uit, dus ik op zoek naar een thermometer, want de onze is stuk.
Het is een oud model, moet onder de tong en als hij hem na tien minuten afleest
wijst het ding 40gr aan. Oeps, zo ziek voelde hij zich toch niet? Ik klop de
thermometer af en bij de tweede poging heeft hij nog geen 38gr. Oef, dat klinkt
al beter. Om 20u onder de wol en ’s morgens is hij weer zo fris als een
hoentje.
We nemen afscheid van de plek waar we het langst gebleven
zijn in 14 maanden reizen, eten enkele banaantjes als ontbijt en om 6u zitten we op de fiets.
06.00u |
We moeten een
80km rijden, een lagune oversteken en weten niet eens of er logement is.
Opnieuw wat avontuur.
Om 6.30u zien we een loopwedstrijd voor jongeren, allemaal
op blote voeten!!
De weg is perfect, de zon komt er vandaag niet door en daar
zijn we niet boos om. Onderweg proberen we te checken of we juist rijden, maar het is snel
duidelijk dat niemand hier nog Engels verstaat. We fietsen door een prachtige
omgeving met om de kilometer een legerpost. Dit is duidelijk bezet gebied sinds
de oorlog is afgelopen 6 jaar geleden. Hoe verder we wegrijden van Trinco, hoe
minder verkeer en de mensen zijn geen blanken gewend. Ze zijn schuchter, maar
als wij zwaaien verschijnt er de brede glimlach die we overal in dit land
gezien hebben.
Aan de lagune is het zoeken naar een boot die ons wil
overzetten, enkel met gebarentaal.
Aan de overkant is het al even mooi. Het begint te regenen,
maar geen tropische regen, er valt best in te fietsen. Uiteindelijk vinden we
logement in een legerbasis aan het strand. De mannen begrijpen ons niet en het
enige woord dat ik van hen versta is ‘boss.’ Met het symbool voor telefoon
tegen mijn oor vraag ik om ‘boss’ te bellen en gelukkig kan die Engels. Eerst
wil hij weten waar wij vandaan komen… als je uit het verkeerde land komt, kan
je hier misschien niet blijven? We regelen een overnachting, maar ‘only
accomodation.’ Hoe geraken wij dan aan eten? Ik probeer uit te leggen dat ik de
keuken wil zien, dan kan ik boodschappen doen en zelf koken, maar dan zegt een
van de mannen dat hij kok is. Met ons geld willen zij boodschappen doen voor
string hoppers met curry en vis. Als Michel hen er op wijst dat er hier in de
buurt geen vis te koop is, wijst de man naar de vissers in de zee. Ze zullen de
vis straks kopen, hij is nog aan het zwemmen.
Voor lunch rijden we met de fiets naar de grote baan op zoek
naar een winkeltje voor wat koekjes en yoghurt misschien. Nog voor de hoofdbaan
zien we een grote vrachtwagen vol mensen die eten uitscheppen. Ik spring van de
fiets en vraag of we twee porties kunnen kopen, maar het is niet te koop. Zij zijn een grote familie die op stap is voor Nieuwjaar… Ze bieden ons elk een bord
aan en er is geen sprake van dat ik iets mag betalen. Heel lieve mensen, heel
lekker eten dat we met onze handen eten uit respect voor hen en er wordt een
stoel gehaald voor mij, waar ik beslist op moet gaan zitten. We zijn weer een
geweldige ervaring rijker.
Terug in het kamp ga ik zwemmen terwijl Michel samen met de
kok bij de vissers wacht tot het net uit de zee getrokken is. Verser kan niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten