woensdag 15 april 2015

Gedaan met de rust, op naar het Noorden (80km)

Gisteravond voelde Michel zich niet goed en zijn ogen zagen er koortsachtig uit, dus ik op zoek naar een thermometer, want de onze is stuk. Het is een oud model, moet onder de tong en als hij hem na tien minuten afleest wijst het ding 40gr aan. Oeps, zo ziek voelde hij zich toch niet? Ik klop de thermometer af en bij de tweede poging heeft hij nog geen 38gr. Oef, dat klinkt al beter. Om 20u onder de wol en ’s morgens is hij weer zo fris als een hoentje.

We nemen afscheid van de plek waar we het langst gebleven zijn in 14 maanden reizen, eten enkele banaantjes als ontbijt  en om 6u zitten we op de fiets. 
06.00u


We moeten een 80km rijden, een lagune oversteken en weten niet eens of er logement is. Opnieuw wat avontuur.
Om 6.30u zien we een loopwedstrijd voor jongeren, allemaal op blote voeten!!




De weg is perfect, de zon komt er vandaag niet door en daar zijn we niet boos om. Onderweg proberen we te checken of we juist rijden, maar het is snel duidelijk dat niemand hier nog Engels verstaat. We fietsen door een prachtige omgeving met om de kilometer een legerpost. Dit is duidelijk bezet gebied sinds de oorlog is afgelopen 6 jaar geleden. Hoe verder we wegrijden van Trinco, hoe minder verkeer en de mensen zijn geen blanken gewend. Ze zijn schuchter, maar als wij zwaaien verschijnt er de brede glimlach die we overal in dit land gezien hebben. 
Aan de lagune is het zoeken naar een boot die ons wil overzetten, enkel met gebarentaal.





























Aan de overkant is het al even mooi. Het begint te regenen, maar geen tropische regen, er valt best in te fietsen. Uiteindelijk vinden we logement in een legerbasis aan het strand. De mannen begrijpen ons niet en het enige woord dat ik van hen versta is ‘boss.’ Met het symbool voor telefoon tegen mijn oor vraag ik om ‘boss’ te bellen en gelukkig kan die Engels. Eerst wil hij weten waar wij vandaan komen… als je uit het verkeerde land komt, kan je hier misschien niet blijven? We regelen een overnachting, maar ‘only accomodation.’ Hoe geraken wij dan aan eten? Ik probeer uit te leggen dat ik de keuken wil zien, dan kan ik boodschappen doen en zelf koken, maar dan zegt een van de mannen dat hij kok is. Met ons geld willen zij boodschappen doen voor string hoppers met curry en vis. Als Michel hen er op wijst dat er hier in de buurt geen vis te koop is, wijst de man naar de vissers in de zee. Ze zullen de vis straks kopen, hij is nog aan het zwemmen.





Voor lunch rijden we met de fiets naar de grote baan op zoek naar een winkeltje voor wat koekjes en yoghurt misschien. Nog voor de hoofdbaan zien we een grote vrachtwagen vol mensen die eten uitscheppen. Ik spring van de fiets en vraag of we twee porties kunnen kopen, maar het is niet te koop. Zij zijn een grote familie die op stap is voor Nieuwjaar… Ze bieden ons elk een bord aan en er is geen sprake van dat ik iets mag betalen. Heel lieve mensen, heel lekker eten dat we met onze handen eten uit respect voor hen en er wordt een stoel gehaald voor mij, waar ik beslist op moet gaan zitten. We zijn weer een geweldige ervaring rijker.






Terug in het kamp ga ik zwemmen terwijl Michel samen met de kok bij de vissers wacht tot het net uit de zee getrokken is. Verser kan niet.   



Geen opmerkingen:

Een reactie posten