We vertrekken met twee stops in het achterhoofd: een reuzetempel in een onooglijk klein dorp onderweg en een ritje tussen de bloemenvelden waar veel vogels zitten. We hopen daar ergens logement te vinden.
De rit is niet leuk om multiple redenen: te veel en druk verkeer, veel agressiever dan in de rest van het eiland, wind op kop die we beiden hatelijk vinden en fietsen op het heetst van de dag omdat we niets te slapen vinden. Dit deel van Sri Lanka lijkt mij minder ontwikkeld, niemand spreekt Engels wat soms moeilijk is. Het is het enige stuk waar het milieu erg vervuild is (plastiek overal langs de weg, in de grachten,...) waar niet iedereen ons vriendelijk toelacht, waar een enkele chauffeur echt agressief uit de hoek komt en wat mij erg op de zenuwen werkt: het eindeloos getoeter. Ze toeteren eerst om te zeggen 'ik ben er' en dan vlak tegen mijn oor nog eens om dag te zeggen. Tegen het eind van de dag zou ik met stenen naar de auto's gegooid hebben. Ook Michel vindt het verschrikkelijk, we hebben allebei een beetje het gevoel zoals na twee maanden Indonesië, maar dan gematigder deze keer. Misschien is twee maanden leven in een ontwikkelingsland op onze manier genoeg?
De eindeloze bloemenvelden ga ik missen, zo mooi |
Onderweg nergens een guesthouse en de gps blijft maar zeggen dat het nog 10km is tot het volgend stadje... Na 80km bereiken we Chilau waar we belanden in Falty Towers... Een kamer op de eerste verdieping op de eerste rij aan het strand, perfect, maar de staf... om je een kriek mee te lachen. 'Manuel' leidt me de trap op naar de kamer en legt het volgende uit. "bicycle no, room yes but no, bicycle yes, okéoké." Ondertussen gebruikt hij allerlei armbewegingen waar ik niet wijs uit geraak. Ik vermoed dat hij wilde zeggen dat de fietsen niet de trap op kunnen naar de kamer en dat we ze beneden mogen parkeren. Aan tafel ging het van kwaad naar erger als Michel probeerde te vragen of er frietjes werden geserveerd bij de cuttlefish. Telkens hij 'chips' liet vallen, schrapte Manuel de inktvis en als we dan zegden 'cuttlefish yes' schrapte hij de frieten... We hebben de baas er bij gehaald en dan werd het alleen maar erger, want ook hij sprak geen Engels. Uiteindelijk hebben we opgegeten wat er ons werd voorgeschoteld, niet erg, we lusten alles. Manuel kwam regelmatig aan tafel zeggen hoé we het moesten eten. Mijn rijst moest in de saus van Michel en dan samen opgegeten worden. Op een bepaald ogenblik dacht ik dat hij de lepel zou nemen en Michel voederen. Niet te geloven! Zodra wij hem begonnen te zien als Manuel konden we er mee lachen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten