maandag 16 februari 2015

Van Sumba naar Flores 12-13-14..02

12.02 Bye Bye Sumba

We hadden nog twee dagen chillen gepland aan het strand in Tambolakan, maar vernemen van Alan dat het niet enkel vuil is, maar dat er ook niet in te zwemmen valt. Na de stranden die we hier gezien hebben, voelen we daar niet veel voor, dus veranderen we ons plan en fietsen naar de luchthaven om te vertrekken naar Flores. We moeten altijd over Denpassar vliegen en de prijzen verschillen nogal van maatschappij. Wings is steeds het goedkoopst voor het ticket, maar die laten slechts 10kg bagage toe, wat ons een extra ticket kost aan opleg voor het gewicht van de fietsen. Garuda laat 20kg toe pp, maar is duurder, dus komt het overeen uit. De connectie naar Ende (Flores) halen we niet, we slapen één nachtje in Limbaran bij Denpassar. In de luchthaven zoekt Michel nog  naar de chauffeur die er vorige maand van door is gegaan met het rugzakje waar het fototoestel en de twee petten in zaten. Geen succes.

Het hotelletje in Limbaran heeft nog maar één kamer die iets duurder is (6 euro meer ;-)) met als voordeel: warm water en een bad! Wij vinden het heerlijk om ons over te geven aan een eenvoudiger leven dat dichter staat bij het arme leven van de lokale bevolking hier en in Sumba waren er gewoonweg geen andere mogelijkheden, maar dat houdt ook in dat je je moet aanpassen aan hun cultuur in minder hygiëne. We hebben altijd zelf zeep en handdoeken bij en hadden overal water, meestal te scheppen uit een grote bak en altijd koud. Na een dag fietsen is dat niet erg, dan ben je blij te kunnen afkoelen, maar nu ik wel warm water heb, lijkt dat superdeluxe. Wat thuis zo vanzelfsprekend is geworden, appreciëren wij hier opnieuw, alsof het een cadeautje is. Ik laat het bad vollopen en blijf er een half uur in liggen weken…

Ik kan ongeveer aan alles wennen in een vreemd land waar alles anders is, behalve aan de geur van de rioleringen. De badkamers in Sumba ruiken vaak naar de afloop. Ik ben geen loodgieter en weet niet hoe ze dat zouden kunnen oplossen, maar die geur is zo indringend dat hij me soms doet kokhalzen.

We zijn blij Sumba gezien en gefietst te hebben. Het is arm zonder triestig te zijn, mooie natuur, oprecht lieve mensen,… Flores zal anders zijn, niet echt fietsbaar wegens veel te steile hellingen,  dan reizen we daar op een andere manier.  


13.02
We landen in Ende waar we een hotelletje zoeken voor één nacht. De volgende morgen krijgt Michel het slot van de fietsen niet meer los. Dat moest er wel eens van komen… Nadat ze bij de douane in Brussel ons slot vorig jaar hadden afgepakt  ( mogelijk moordwapen?) hebben we er een nieuw gekocht in Thailand en dat heeft het nu begeven. De man van het hotelletje springt op z’n scooter en zoekt een soort elektrische slijper en in één seconde is het slot door. We hebben een bonnetje voor ontbijt in het resto van de buren waar op staat van 7-9. Om 8u is daar echter nog niemand te bespeuren en om 9u wordt de vrouw dan eindelijk gewekt. Nu moet ze de rijst nog opzetten, dus tegen 9.30u krijgen we ontbijt: rijst met gekookte Jackfruit, lekker. We mogen ook kip of vis kiezen, maar bedanken daar voor omdat dat er al minstens één dag ligt uitgestald en wij dat niet erg betrouwbaar vinden. We fietsen richting Moni om een auto te nemen zodra de 50km beklimming begint. Ik slaap heel de weg in de auto, ben al drie nachten om 4u wakker, geen idee waarom, nochtans geen moskee in de buurt.

Moni is een schattig dorpje waar de mensen toeristen gewend zijn. In de zomer zou het hier vol zitten oa voor de drie meertjes die wij ook graag zouden zien. Morgen rijden we de berg op naar die drie meren. Neen, niet met de fiets, met de moto van de hoteleigenaar, ik achterop. Er wordt aangeraden te vertrekken om 04u, maar in dit regenseizoen is het dan vaak bewolkt en zie je niets. Wij beslissen uit te slapen en later te vertrekken zodra de zon er is doorgekomen. Het is merkelijk frisser op Flores, waar ik niet boos om ben. Sumba was bloedheet, soms verlammend. Om ’s avonds te gaan eten doen we voor ’t eerst in twee maanden iets aan met lange mouwen.    

15.02
Geslapen tot 6u, dat is al beter… Als ontbijt krijgen we een pannenkoek en ik eet nog een mango die we gisteren onderweg gekocht hebben. Ik ben wat gespannen achterop de scooter, maar Michel rijdt supervoorzichtig en hij is een goeie motorijder, dus onderweg ontdooi ik. Ik ben blij dat we dit niet met de fiets doen, want het is niet zo steil klimmen, maar wel 15km aan een stuk. Moto geparkeerd, nog een stuk te voet en dan… zeer mooi. Gisteren hoorden we van Nederlanders dat het niet erg is als je ze niet gezien hebt, maar wij vinden het toch de verplaatsing waard. Naargelang het seizoen en de mineralen die vrij komen veranderen de meren van kleur. Wij zien het nu al enkel door de speling van het licht. We zijn aangekomen in neutraal licht, dan kwam de zon er door en dan verschenen de wolken.

meer 1

meer 2

meer 3



















Op een tijdspanne van 10 minuten krijg je dit








Op de terugrit begint het plots te regenen en we hebben onze jassen niet bij. Geen drama, het blijft warm genoeg en het wordt alsmaar warmer als we dalen, zodat we weer droog zijn tegen dat we beneden aankomen.




Onderweg kopen we 1 liter benzine die verkocht wordt in een waterfles.

woensdag 11 februari 2015

Halve dag zonder bagage fietsen

Michel en ik nemen de bus naar het stadje waar we de fietsen hebben achtergelaten en we fietsen terug zonder bagage. Elke keer dat we zonder bagage fietsen, lijken we een motortje bij te hebben, nochtans gaat het erg op en neer. We zijn ondertussen overtuigd om na deze reis elektrisch te gaan…


nieuwsgierige kinderen rond de Boulé





















Rond het middaguur zijn we na 40km al terug in het hotel waar we eten en rusten. Dit is de ideale combinatie: halve dag inspanning en halve dag rust. We dokteren het plan uit vanaf Flores en beslissen om daar enkel zonder bagage te fietsen. Voor de verdere verplaatsingen zullen we openbaar vervoer nemen, wat makkelijk gaat hier. Flores is te moeilijk om alles te fietsen en ook Michel wil het wel wat rustiger aan doen. Mijn maand van ‘voorzichtig aan, want nog veel moe’ zou nu voorbij moeten zijn. Ik ben vandaag nochtans een dag ouder geworden, maar voel me dik in orde.


De Pasola 10.02


We vertrekken op tijd, omdat we een eigen chauffeur hebben. ;-) Dwz dat we die van Alan delen.
We stoppen onderweg aan een huis waar net een ceremonie heeft plaats gevonden. De buffels zijn verorberd, hun hoofden liggen nog hier. Het is net zoals in Sumba de gewoonte om buffels te slachten als iemand overlijdt. Nu is het de moeder van de man die ons te woord staan. Hij dringt er op aan om iets te drinken, maar dan missen we de Pasola, dus liever niet. Volgens onze gids is het momenteel niet meer overal toegestaan om de overledene bij het huis te begraven. Er zou een soort begraafplaats zijn nu. Op onze vraag wat mensen doen als ze verhuizen antwoordt hij dat ze de graven leegmaken en de doden mee verhuizen.




De Pasola is indrukwekkend, maar ik ben blij dat de speren geen punten meer hebben. Van de aangekondigde agressiviteit merken wij niets. De ruiters zijn wel opgehitst, wat ik normaal vind in deze omstandigheden. De omstaanders staren ons aan alsof we van Mars komen, wat ook normaal is. Ik bind mijn sarong rond mijn benen, want ik merk dat alle vrouwen hier een sarong dragen over hun kleding. De mensen zijn of verlegen, of even vriendelijk als in het Oosten. Misschien is die aangekondigde criminaliteit iets dat de mensen in het Oosten cultiveren? De wagen met hoogwaardigheidsbekleders rijdt bijna in de ‘tribune,’ want stel je voor dat die mensen twee stappen zouden moeten doen… Begroetingen zijn hier wel grappig: je geeft elkaar een hand, perst de lippen op elkaar en drukt de neuzen tegen elkaar, nog nooit gezien.


kinderen klimmen op graftombes om beter te kunnen zien


een meisje dat de 'burgemeester' groet


























ziekenwagens staan klaar


























Wij blijven niet tot het einde, vertrekken rond de middag naar een plaats om onze picknick op te eten. Handen wassen in zee, want er is geen bestek bij, de kroepoek kan dienen als lepel.





















Naast de graftombe van de eerste koning van Sumba schrijf ik een klein stukje dat ik niet wil vergeten onder belangstelling van enkele lokale jongens.




We bezoeken een oud dorp en kopen weer een klein beeldje om hen te steunen. De huizen hebben hier een andere constructie dan in de vorige dorpjes. Heel hoge, puntige daken, uiteraard staat het hoogste dak symbool voor welvaart. Als we het dorp verlaten, komt de ‘chef de village’ aangereden op een scooter. Hij vertelt dat de graven die we in het dorp zien van familieleden zijn, maar dat de grote graftombe op het strand van de eerste koning van Sumba zou zijn. Dit is tenminste wat wij begrepen hebben van de Indonesische uitleg.







Op terugweg doen mensen ons stoppen. Ze plannen een ceremonie, bescheidener dan we gezien hebben in Sulawesi. Slechts één buffel was gedood. ik weet niet of dat te maken had met de financiële status van de familie of met het feit dat het deze keer om een jong kind ging. De baby van amper een jaar is gestorven terwijl zijn ouders in Bali aan het werk waren. Ik blijf het toch moeilijk vinden om me in te leven in hun vrolijke manier van afscheid nemen. 





Terug in het hotel platte rust, ik kan het nog steeds gebruiken.

dinsdag 10 februari 2015

09.02 fietsen + bus, perfecte combinatie

Om 7u beginnen we aan onze terugrit naar Waingapu zonder bagage. De manager van het resort moet er toevallig ook zijn en zal onze bagage meenemen. Wat een verschil! We hebben er 4u over gedaan om te komen en nu zijn we er in 2u... Dubbel leuk is dat we de hitte voor zijn, want daar hebben we een beetje schrik van gekregen. Niet zozeer om in te fietsen, maar wel om de fietsen te duwen.




We kopen 2 tickets voor de bus naar Waikabubak waar we Alan en zijn chauffeur zullen vervoegen om morgen samen naar de Pasola te gaan. We lunchen in mr Café, een tip van Alan, verrukkelijk eten voor geen geld. En dan te bedenken hoe we gezocht hebben de vorige keren dat we hier sliepen naar een fatsoenlijke keuken...
Wachtend op de bus kan ik de blog beetje bijwerken, want internet is soms toch een probleem. De bus pikt iedereen op voor de deur - wat een service - waardoor ze nooit op tijd vertrekt.





Ik slaap de ganse rit - toch nog aanvallen van vermoeidheid, maar dat was voorspeld - en als ik wakker word staan we stil. Aangekomen? Neen, platte band. We lenen onze koplamp aan de chauffeur die de band in het pikdonker staat te vervangen. Tien minuten later zijn we er.

Michel schijnt bij. Grappig is dat de bouten hier in de andere zin moeten worden los gedraaid

Even verfrissen en dan plannen voor morgen.  Om 7u vertrekken, want het is nog twee uren rijden. We vallen allebei als een blok in slaap.  

zondag 8 februari 2015

Naar Semara in het Westen 07.02

Sinds gisteravond beginnen de toeristen te komen voor de Pasola waar wij ook naar gaan kijken nu we hier toch zijn. Aan het ontbijt geraak ik aan de praat met Alan, een man uit Nieuw Zeeland die reeds voor de vierde keer door Indonesië trekt. Hij vertrekt vandaag ook in westelijke richting met auto en gids en wij met de fiets.
Van een lerares die vroeg of ze haar Engels met mij mocht oefenen kwam ik te weten dat Sumba ook in twee is verdeeld, beetje zoals België. In het Westen spreken de mensen een andere taal dan in het Oosten en in het Westen zijn de mensen naar verluidt agressiever. (dat zou dan diametraal staan tegenover het gedrag in de rest van Sumba, want wij zijn nog maar enkel superlieve mensen tegengekomen.) Iedereen raadt ons aan om niet met de fietsen naar de Pasola te gaan, we zouden ze misschien niet terugzien. Ook paspoorten en andere waardevolle zaken laten we beter in het hotel achter slot en grendel.

We vertrekken na het ontbijt, het is slechts 40km. Uit onze ervaring dat er geen eten te vinden is onderweg koopt Michel enkele gebakken banaantjes en ik drie mango's en maïskolven.




Het is warm, maar draaglijk, niet zoals de voorbije twee fietsdagen, toen was de hitte niet te harden. De route is niet plat en dat voel ik. Ik maak me er niet druk om, omdat er enerzijds is aangekondigd dat ik nog een drietal weken moe zou kunnen zijn en anderzijds omdat Michel er evenveel last van heeft en hij is niet ziek geweest. De rit is heel mooi, we volgen bijna constant de zee en worden onderweg enkel gehinderd door wat waterbuffels, varkens of geiten die ook gebruik maken van de openbare weg. Voor koeien moeten we oppassen, niet dat zij agressief zijn, maar ze zien je aankomen, steken over en beslissen dan plots om de andere kant op te rennen.

Vaak worden we gestopt omdat mensen een foto willen van ons...



drinkbus even in water stoppen zodat het omhulsel kan verdampen, dat houdt de inhoud doenbaar







Het resort is op het strand gelegen en we zijn opnieuw de enige gasten. Het is gebouwd door een fietser die hier in de jaren '60 rondtoerde. Hij heeft een stuk land gekregen van het dorpshoofd op voorwaarde dat hij er iets op bouwde dat geïntegreerd werd in de omgeving. Perfect gelukt!

Hopelijk hebben ze ook nog een vol flesje

Zeer mooi ding, zeer vriendelijke staf, beetje boven ons budget, maar dat deert ons niet. Ik moet nog rusten, dus we blijven hier twee nachten. Morgen beetje de echte vakantieganger uithangen, lezen, schrijven, zwemmen, ... Misschien ben ik overmorgen ook nog wel moe? ;-)