12.02 Bye Bye Sumba
We hadden nog twee dagen chillen gepland aan het strand in
Tambolakan, maar vernemen van Alan dat het niet enkel vuil is, maar dat er ook
niet in te zwemmen valt. Na de stranden die we hier gezien hebben, voelen we
daar niet veel voor, dus veranderen we ons plan en fietsen naar de luchthaven
om te vertrekken naar Flores. We moeten altijd over Denpassar vliegen en de
prijzen verschillen nogal van maatschappij. Wings is steeds het goedkoopst voor
het ticket, maar die laten slechts 10kg bagage toe, wat ons een extra ticket
kost aan opleg voor het gewicht van de fietsen. Garuda laat 20kg toe pp, maar
is duurder, dus komt het overeen uit. De connectie naar Ende (Flores) halen we
niet, we slapen één nachtje in Limbaran bij Denpassar. In de luchthaven zoekt
Michel nog naar de chauffeur die er vorige
maand van door is gegaan met het rugzakje waar het fototoestel en de twee
petten in zaten. Geen succes.
Het hotelletje in Limbaran heeft nog maar één kamer die iets
duurder is (6 euro meer ;-)) met als voordeel: warm water en een bad! Wij vinden het heerlijk om ons over te geven aan een eenvoudiger leven dat dichter staat bij het arme leven van de lokale bevolking hier en in Sumba waren er gewoonweg geen andere mogelijkheden, maar dat houdt ook in dat je je moet aanpassen aan hun
cultuur in minder hygiëne. We hebben altijd zelf zeep en handdoeken bij en hadden overal water,
meestal te scheppen uit een grote bak en altijd koud. Na een dag fietsen is dat
niet erg, dan ben je blij te kunnen afkoelen, maar nu ik wel warm water heb,
lijkt dat superdeluxe. Wat thuis zo vanzelfsprekend is geworden, appreciëren
wij hier opnieuw, alsof het een cadeautje is. Ik laat het bad vollopen en blijf
er een half uur in liggen weken…
Ik kan ongeveer aan alles wennen in een vreemd land waar alles
anders is, behalve aan de geur van de rioleringen. De badkamers in Sumba ruiken
vaak naar de afloop. Ik ben geen loodgieter en weet niet hoe ze dat zouden
kunnen oplossen, maar die geur is zo indringend dat hij me soms doet kokhalzen.
We zijn blij Sumba gezien en gefietst te hebben. Het is arm
zonder triestig te zijn, mooie natuur, oprecht lieve mensen,… Flores zal anders
zijn, niet echt fietsbaar wegens veel te steile hellingen, dan reizen we daar op een andere manier.
13.02
We landen in Ende waar we een hotelletje zoeken voor één
nacht. De volgende morgen krijgt Michel het slot van de fietsen niet meer los.
Dat moest er wel eens van komen… Nadat ze bij de douane in Brussel ons slot
vorig jaar hadden afgepakt ( mogelijk moordwapen?)
hebben we er een nieuw gekocht in Thailand en dat heeft het nu begeven. De man
van het hotelletje springt op z’n scooter en zoekt een soort elektrische
slijper en in één seconde is het slot door. We hebben een bonnetje voor ontbijt
in het resto van de buren waar op staat van 7-9. Om 8u is daar echter nog
niemand te bespeuren en om 9u wordt de vrouw dan eindelijk gewekt. Nu moet ze
de rijst nog opzetten, dus tegen 9.30u krijgen we ontbijt: rijst met gekookte
Jackfruit, lekker. We mogen ook kip of vis kiezen, maar bedanken daar voor
omdat dat er al minstens één dag ligt uitgestald en wij dat niet erg
betrouwbaar vinden. We fietsen richting Moni om een auto te nemen zodra de 50km
beklimming begint. Ik slaap heel de weg in de auto, ben al drie nachten om 4u
wakker, geen idee waarom, nochtans geen moskee in de buurt.
Moni is een schattig dorpje waar de mensen toeristen gewend
zijn. In de zomer zou het hier vol zitten oa voor de drie meertjes die wij ook
graag zouden zien. Morgen rijden we de berg op naar die drie meren. Neen, niet
met de fiets, met de moto van de hoteleigenaar, ik achterop. Er wordt aangeraden
te vertrekken om 04u, maar in dit regenseizoen is het dan vaak bewolkt en zie je
niets. Wij beslissen uit te slapen en later te vertrekken zodra de zon er is doorgekomen.
Het is merkelijk frisser op Flores, waar ik niet boos om ben. Sumba was
bloedheet, soms verlammend. Om ’s avonds te gaan eten doen we voor ’t eerst in
twee maanden iets aan met lange mouwen.
15.02
Geslapen tot 6u, dat is al beter… Als ontbijt krijgen we een
pannenkoek en ik eet nog een mango die we gisteren onderweg gekocht hebben. Ik
ben wat gespannen achterop de scooter, maar Michel rijdt supervoorzichtig en
hij is een goeie motorijder, dus onderweg ontdooi ik. Ik ben blij dat we dit
niet met de fiets doen, want het is niet zo steil klimmen, maar wel 15km aan
een stuk. Moto geparkeerd, nog een stuk te voet en dan… zeer mooi. Gisteren
hoorden we van Nederlanders dat het niet erg is als je ze niet gezien hebt,
maar wij vinden het toch de verplaatsing waard. Naargelang het seizoen en de
mineralen die vrij komen veranderen de meren van kleur. Wij zien het nu al
enkel door de speling van het licht. We zijn aangekomen in neutraal licht, dan
kwam de zon er door en dan verschenen de wolken.
meer 1 |
meer 2 |
meer 3 |
Op een tijdspanne van 10 minuten krijg je dit
Op de terugrit begint het plots te regenen en we hebben onze
jassen niet bij. Geen drama, het blijft warm genoeg en het wordt alsmaar warmer
als we dalen, zodat we weer droog zijn tegen dat we beneden aankomen.
Onderweg kopen we 1 liter benzine die verkocht wordt in een
waterfles.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten