maandag 2 februari 2015

Twee dagen aan de zuidkust Tarimbang

Vermits ik nog niet volledig hersteld ben (enkel nog moe) hebben we besloten enkele dagen in het zuiden aan een strand te gaan doorbrengen. Dwz dwars door Sumba met een auto. Er is daar slechts één guesthouse dat iets boven ons budget ligt, maar we gaan er voor. Maarten, de eigenaar van de guesthouse pikt ons op, hij is toevallig toch in de stad waar wij verblijven. De rit kost ons 700.000 of 45 euro. Als we vertrekken uit Waingapu waar de hotels niet veel voorstellen wil ik zoals gewoonlijk de overschotjes zeep meenemen. Michel zegt ze te laten liggen, want we gaan naar een iets chiquere gelegenheid, daar zal zeker zeep zijn. Hij wacht ook op de mooie badkamer om zich te scheren.

De fietsen gaan op en in de auto en we doen samen met de eigenaar van de guesthouse boodschappen op de markt. Met een propvolle wagen worden de 100km ingezet. 















Het grootste deel is goeie weg, maar het laatste stuk is erbarmelijk, echt door de jungle. Dit was voor ons niet fietsbaar geweest…
Na drie uren bereiken we zijn domein. Wat een afknapper! Vuil, onderkomen, verwaarloosd,… de chiquere badkamer heeft zelfs geen deur, laat staan een spiegel om je te kunnen scheren...


Even is Michel onthutst, maar we wilden toch uit de toeristische zone reizen, niet? Terugdraaien is geen optie, de wagen is weer vertrokken, dus zullen we er het beste van maken. We geven het eten nog een kans, maar no way dat ik het afgesproken bedrag ga betalen!
We tenen naar het strand en dat is buiten alle verwachtingen… het mooiste strand dat ik ooit gezien heb en we zijn er helemaal alleen. Het doet wat denken aan Afrika, grote hevige golven waar je enkel onderdoor kan duiken. This makes it all worth while…























’s Avonds eten we zeer lekker. Maarten heeft een oventje gekocht en krijgt het niet aan de gang. De elektriciteit komt van een generator die tussen 18-06u werkt. Nadat ik hem een spoedcursus in ovengebruik heb gegeven, bereidt hij de vis met chili en limoen. Er arriveren nog gasten, een koppel uit Jakarta en een uit India. Zij zijn hier voor hun werk: microfinanciering. Zeer interessante mensen en als blijkt dat de man van Jakarta (oorspronkelijk een Indiër) directeur van een ‘betere’ school is, gaat het niet enkel meer over reizen. Hij heeft me in alle talen uitgenodigd om te komen spreken voor ‘zijn’ ouders en leerkrachten. Wij vliegen naar Singapore van uit Jakarta, dus we’ll see.



Ondertussen zijn we al gewend aan de omgeving. Ik heb veel flash-backs aan mijn eerste Thailandreis toen we logeerden in een Karindorp. Slapen in een hutje op poten, zodat de dieren er onderdoor kunnen. ’s Morgens gewekt door de haan, de biggen, honden, katten, kippen, het heeft toch iets idyllisch. We trekken er op uit naar het volgende dorp, niet meer dan enkele hutjes en zien daar voor het eerst enkele monolieten. (grafstenen) Van uit mijn bed kon ik ook kinderstemmen horen zingen. het is zondag en er is een kerkje vlakbij, dus ik kon het niet laten om te gaan kijken. De pastoor laat hen ook een Engels liedje met gebaren zingen, waarop ik kan mee doen.










De mensen zeggen vriendelijk goeiedag, maar zijn duidelijk geen blanken gewend. Op de terugweg horen we geritsel en plots kruist er een slang de weg, zo lang als de weg zelf. Brrr, maar ze blijken niet giftig de slangen hier.
Bij de lunch nemen we afscheid van de vier andere gasten en we beloven contact te houden. Het jong Indisch koppel wil wel met ons gaan fietsen in India, why not?
Wij weer naar het strand, weer helemaal alleen, maar dat word je nooit beu.

Morgen vertrekt er een vrachtwagen richting noorden en we zullen een stuk meerijden tot boven op de berg. De rest proberen we te fietsen, ben curieus of het zal gaan, anders wordt het liften geblazen en veel verkeer is er hier niet.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten