Indonesië zit er voor ons bijna op. We vliegen naar Bali, laten de fietsen daar ingepakt en gaan wat brommeren zoals andere toeristen. We vinden een klein gezellig hotelletje in de buurt van de surfers, het zuid-westen van Bali. Jong publiek uiteraard, mooi strand maar weer o zo vervuild met plastiek. Binnen enkele jaren valt er hier niet meer te zwemmen...
Bali heeft voor mij toch iets lieflijk, overal ruikt het naar bloemen of wierook, klinkt er zachte muziek en de mensen zijn mooi gekleed.
We zijn de eentonigheid van de Indonesische keuken een beetje beu en zoeken twee avonden na elkaar een Italiaans restaurant op. Een spaghetti met olie voor mij en een pizza voor Michel en... mijn eerste glas wijn in twee maanden.
We bezoeken de tempel Ulu Watu, die prachtig gelegen is aan de zee. Het wandelpad doet mij een beetje denken aan de muur in China, maar dan in mini-uitvoering.
|
Chinezen hebben schrik van de zon |
|
Bougain villiers |
|
Funny tree |
We hebben blijkbaar wat geld te veel gewisseld en het is onze laatste dag hier, dus trakteer ik mezelf op een Balinese massage van anderhalf uur en in tegenstelling tot die van Cambodja twee jaar geleden is deze supergoed. En dat voor vijf euro! Nu ben ik klaar om Bali te verlaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten